Door op 25 juli 2014

Ingezonden brief over de expositie van weggegooide Marlboropakjes in Koetshuis Bergen op Zoom

Geacht college,

De raadsfracties van de gemeenteraad van Bergen op Zoom ontvingen vandaag donderdag 24 juli van een medewerker van Philip Morris een oproep om in het openbaar blijk te geven van onze afkeuring over de geplande expositie van weggegooide Marlboro pakjes in het Markiezenhof. Middels deze brief wil de PvdA publiekelijk reageren op deze oproep, maar aan het slot hebben wij een verzoek aan het college. Vandaar dat deze brief aan u is gericht.

De Partij van de Arbeid begrijpt de gevoelens van verontwaardiging die de expositie bij de medewerkers van Philip Morris kan oproepen en betreurt dat zeer. Maar kunst is juist kunst omdat het een bepaalde emotie bij mensen oproept. De vorm waarin dit gebeurt spreekt sommige mensen wel aan en anderen duidelijk niet. De een wordt geroerd, een ander doet het niets en weer een ander voelt zich zelfs diep gegriefd. “Over smaak valt niet te twisten” wordt wel gezegd, alhoewel er juist heel veel meningen over bestaan.

De expositie is nog niet geopend. Dat gebeurt morgen vrijdag 25 juli. Het is dus erg lastig voor ons om nu al een oordeel te hebben over een expositie die we nog niet hebben gezien. Hoewel ik (nogmaals) best begrijp dat een aantal medewerkers van Philip Morris deze gekozen vorm al op voorhand afwijst. Toch zou ik hen willen wijzen op deze passage op de site van het Markiezenhof:

Lokale actualiteit 

Loek Schönbeck is steeds meer lege pakjes gaan verzamelen, zijn streefdoel was in eerste instantie 1231 doosjes en deze in te lijsten, één voor iedere werknemer van Philip Morris in Bergen op Zoom, het moederbedrijf van Marlboro. Uiteindelijk zijn het veel meer tentoongestelde doosjes geworden. Symbolisch gezien zou de aanblik van alle weggegooide sigarettenpakjes vergeleken kunnen worden met het massaontslag van deze medewerkers.

Zoveel kunst, zoveel meningen, maar toch wil ik graag met u mijn persoonlijke beleving hierbij delen. Uit bovenstaande passage maak ik op dat de kunstenaar met zijn kunstwerk juist empathie toont voor de medewerkers die ontslagen worden. De boosheid die medewerkers voelen voor de manier waarop mensen worden afgedankt/weggedaan omdat aandeelhouders alleen maar nog meer winst willen, wordt bij mij juist opgewekt door het beeld van de weggegooide en vertrapte pakjes Marlboro. Boosheid naar de op winst beluste aandeelhouder en daarmee ook empathie voor de medewerker die hiervoor een zware tol betaalt. Dit medeleven moet de medewerkers van Philip Morris juist goed doen.

Men kan op diverse manieren naar kunst kijken en zo ook naar deze expositie. Het is gemakkelijk om een oordeel te hebben en daarin is iedereen volgens de PvdA ook volkomen vrij. Maar het is volgens de PvdA ook zeer verstandig om juist politiek en kunst gescheiden te houden.

Gezien de gevoelens van tenminste een aantal medewerkers van Philip Morris zou de PvdA willen voorstellen dat (een delegatie van) PMH-medewerkers worden uitgenodigd voor de opening en dat zij ook een duidelijke plek krijgen in de openingsceremonie. Wij vragen het college om een gesprek te organiseren tussen briefschrijver en collega’s, de kunstenaar en vertegenwoordigers van de Bergse bevolking, om te bereiken dat de expositie juist helpt bij het bespreekbaar maken van het leed dat door de sluiting van PMH wordt veroorzaakt.

 

Met vriendelijke groet,

A.J. van der Wegen

Fractievoorzitter PvdA

Gemeente Bergen op Zoom

 

Lees hier de ingezonden brief naar het college