29 januari 2015

PvdA reactie op motie ‘stop onderzoek naar opvang vluchtelingen’

Voorzitter, de eerder in de Tweede Kamer door een VVD staatssecretaris en door PVV leden genoemde bewust angstaanjagende aantallen vluchtelingen zijn terecht en realistisch naar beneden bijgesteld, maar er is nog steeds een grote behoefte aan de opvang van vluchtelingen. Het argument dat Breda dat voor ons in de regio maar moet doen, is niet alleen zwak, maar ook niet toereikend. Zij vangen maximaal 400 vluchtelingen voor één jaar op. Daarmee is ook maar aangetoond dat het aantal van 600 tot 800 vluchtelingen per locatie voor 5 jaar géén harde eis is van het COA. Een ander argument dat de VVD in de commissie aanvoerde. Nóg een bewijs daarvan is het feit dat gisteren een akkoord is bereikt voor opvang in een voormalig hotel in Ootmarsum voor 230 vluchtelingen voor een periode van 2 jaar.De indieners van de motie van vandaag baseren hun motivatie vooral op een aantal voortijdige conclusies uit de tussenrapportage van het college. Conclusies die de plank volledig misslaan. Voorzitter ik pel ze even af:

  • onze buurgemeenten op de Brabantse Wal geen actieve houding aannemen; ja dat klopt, maar ik lees ook dat in Woensdrecht de politieke discussie nog wel loopt en volgens mij was er nog geen enkele reactie vanuit Steenbergen. Hieraan conclusies verbinden is dus voorbarig.
  • het COA geen dringende behoefte heeft aan tijdelijke opvang; dat is niet juist. Het COA is wel degelijk op zoek naar meer locaties voor de opvang van vluchtelingen. Voor een deel omdat de locaties vaak kleiner uitvallen en ook voor vrij korte periodes. Denk aan de eerder genoemde voorbeelden.
  • de eisen aan tijdelijke opvang hoog zijn; er zijn eisen, maar het zijn deels ook wensen die te maken hebben met bijvoorbeeld het gewenste voorzieningenaanbod of de meest efficiënte schaalgrootte. Daar is, zo blijkt uit de praktijk, dus over te praten.
  • de maatschappelijke impact bijzonder groot zal zijn; deze laatste conclusie is volledig uit de lucht gegrepen. Waarop baseert u dat? U gaat daarbij uit van een mega-locatie in een omgeving die dat niet wenst. Maar zoals eerder betoogt kan het ook gaan om een veel kleinere locatie.

De maatschappelijke impact wordt nu juist door het college onderzocht. Die kennen we dus nog niet. Maar de indieners kennelijk wel. Waarom tekende twee van de indienende partijen eerder dan wel vol overtuiging de motie waarmee het college nu nog bezig is? Was dat dan alleen voor de bühne?

Voorzitter, wij vragen het college gewoon haar werk af te maken en daarna voeren wij graag een inhoudelijk debat met de raad over concrete locaties, concrete aantallen en de daarbij te verwachten maatschappelijke impact. Politiek is niet voor bangeriken die in hun huidige comfortabele leventje geen enkele verstoring dulden. We hebben hier toch niet te maken met deelnemers uit het programma “Rot op naar je eigen land”?

Voorzitter, ik vraag ieder individueel raadslid zich één moment in te leven in dat van een vluchteling. Iemand die zijn land moest ontvluchten omdat hij daar niet veilig meer was. Iemand die vaak gezin en familie achter moet laten. Iemand die meestal ook geconfronteerd is met geweld en doodsbedreigingen. Iemand die wanhopig zoekt naar veiligheid, vrijheid. Naar rust en geborgenheid. Hoe zou u, vanuit een dergelijke positie, oordelen over de argumenten in dit debat? Hadden we het onlangs niet over onze kernwaarden als vrijheid en gelijkheid? Moeten wij tegenover excessief geweld en barbaars terrorisme niet juist deze verworvenheden van onze beschaving stellen? Ik vraag de raadsleden met die gedachte en met dat beeld van de mensen waarover we spreken, om een meer humanitaire houding en ik roep u allen op om deze motie niet te steunen.

Voorzitter, tegen veelal ouderen en kinderen uit Syrië en Irak, die nu in kampen in de regio van de honger en de kou dreigen om te komen, zeggen wij niet nu al, zonder eerst goed te hebben rondgekeken, dat er voor hen geen plaats is in onze herberg.